Gravel- en dubbeltips
Pieter van Boheemen is als hoofdtrainer recreatie werkzaam bij Amstelpark Tennis Academy in Amsterdam. Ook is hij verantwoordelijk voor alle recreatieve programma’s bij Amstelpark Tennis Club. Om goed voorbereid het nieuwe buitenseizoen in te gaan en klaar te zijn voor de competitie, geeft Pieter een aantal tips voor het spelen op gravel en voor het spelen van dubbels.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Tennis.nl Magazine.
Het nieuwe zomerseizoen nadert en in april openen de buitenbanen weer. De echte gravelspelers kijken hiernaar uit. Verandering van ondergrond vergt vooral voor hardcourtspelers nogal wat aanpassingen. Gravel wordt gemaakt van gemalen baksteen en is dus een natuurlijke ondergrond die onderhevig is aan weersinvloeden. Het spelen in de buitenlucht betekent dat je jouw tennisspel en tactiek moet aanpassen aan de weersomstandigheden (zon, wind, kou, regen) en de soms onregelmatige en trage ondergrond.
De bovenste laag geeft de bal extra grip. Hierdoor zal de bal, zeker in het begin van het seizoen, langzamer opstuiten. Als een vertrekkende bal door een speler met meer dan 100 km/u wordt geslagen dan zal de aankomende bal voor de tegenstander met een snelheid van 60 km/u opstuiten. Een groot deel van de snelheid gaat dus verloren op gravel in tegenstelling tot grasbanen en hardcourtbanen.
Een belangrijk onderdeel van het spelen op gravel is het voetenwerk. Op gemalen baksteen kun je als speler je voetenwerk ondersteunen door te glijden naar de bal.
Je beweegt anders, omdat je nu je glijbewegingen moet timen om afstanden sneller te overbruggen.
Wanneer je niet glijdt, kost dit afstand en tijd. Hierdoor kun je minder snel herstellen na een slag en ben je sneller uit positie. Het kan dus het verschil maken tussen een punt winnen of verliezen.
Als je van de snelle ondergrond in de hal op het trage gravel gaat spelen is het belangrijk om een aantal slagen aan te passen. Probeer de diepte van de vetrekkende bal aan te passen en gebruik meer topspin. Ga de ballen niet geforceerd harder slaan, maar gebruik meer hoogte over het net en topspin om meer snelheid te creëren. De vlakke scorende slagen laag over het net in de hal zijn voor je tegenstander een mindere bedreiging op gravel. Accepteer dat je minder snel kunt scoren op gravel en wees bereid om lange rally’s te spelen. Zorg ervoor dat je een hoog percentage ballen opbouwend met vastheid speelt.
Houd rekening met de weersomstandigheden zoals zon, wind, kou en regen. Zorg ervoor dat je dergelijke elementen, die je niet in de hand hebt, in je voordeel gaan werken. Als bij de tegenstander de zon in het gezicht schijnt, gebruik dan een hogere balbaan en speel de lob. Sla de ballen bij wind niet te hoog en niet te dicht bij de lijnen. Dit zal veel onnodige fouten en frustraties voorkomen. Bij nat weer wordt de baan nog langzamer en de ballen zwaarder. Probeer de ballen in die situatie met nog meer marge hoger over het net te spelen. Ga dan ook niet nog harder maar iets hoger en meer topspin slaan. Laat de tegenstander niet alleen heen en weer op de baan bewegen. Bij het spelen van drop-shots laat je de tegenstander van achter naar voren uit zijn comfort-zone bewegen, dit werkt vaak erg effectief.
Tips:
- Speel “percentage tennis” door de bal ruim over het net te slaan. In het begin van het seizoen zoveel mogelijk opbouwend op vastheid en zo min mogelijk scorend.
- Gebruik ‘snelle voeten’ om zo goed mogelijk voor de bal te staan. Liever zes tot zeven kleine pasjes dan twee tot drie grote en probeer te glijden naar de bal.
- Maak gebruik van rotatie slagen. Achterin in het veld van de tegenstander met topspin, gebruik slice met variatie en vergeet vooral de drop-shot niet.
Dubbelspel speel je uiteraard samen. Het is belangrijk om een team te vormen om de tegenstander te bestrijden. Maak van te voren een strategisch plan en kijk tijdens het inspelen naar de zwakke punten van de tegenstanders. De volgende zaken zijn op ieder speelniveau belangrijk:
- Het percentage van de eerste service is heel belangrijk, omdat je netspeler dan ook vaker iets kan ondernemen op de return van de tegenstander. Probeer minimaal 70% van de eerste services in te slaan. Het liefst op de zwakke kant van de tegenstander. Variatie, naar binnen, buiten op het lichaam, is ook belangrijk. Op een zwakke(re) tweede service kom je vaak onder druk te staan door de return van de tegenstander.
- Plaats de return op de service op de zwakke kant van de tegenstander, maar laat deze in ieder geval een tweede bal slaan. Voorkom unforced errors. Dit geeft je partner de kans om iets te doen aan het net.
- Maak van te voren afspraken over het tactisch plan en houd je als team hieraan. Communiceer met elkaar als het goed gaat, maar vooral als het minder goed gaat.
- Wees positief naar elkaar en neem initiatief om je partner te helpen.
- Gebruik de lob als variatie of als verrassing niet als wapen. Let daarbij vooral op plaatsing van de bal op de zwakke kant en de bewegingen van de tegenstander.
- Blijf als netspeler naar je tegenstander kijken, hierdoor kun je beter anticiperen op zijn/haar bewegingen.
- Als je kunt scoren, sla de vertrekkende bal altijd naar de dichtstbijzijnde tegenstander en wanneer je moet verdedigen, speel dan naar de tegenstander die het verst van je af staat.
- Maak gebruik van de juiste ‘shot options’ in verschillende situaties, zoals; laag op de voeten van de tegenstander, de lob over de backhand van de netspeler, laag door het midden tussen de tegenstanders, speel de hoge volley op de voeten van de tegenstander en de lage volley diep achterin het veld.
Veel succes en vooral veel spelplezier!